Uittreksel (Gedeelte voor het Brevet)
uit het reglement
K.K.U.S.H. - sectie 4B:
"GEHOORZAAMHEIDSPROGRAMMA VOOR ALLE HONDEN"
Reglementen in voege vanaf 16.08.2023
- Algemeen:
De honden die voorgebracht worden tot het afleggen van de brevetproeven moeten tenminste 12 maanden oud zijn.
Enkel honden welke houder zijn van het attest van sociaal gedrag kunnen deelnemen aan het brevet.
Om het brevet te bekomen, moet de hond tenminste 50% van de punten behalen op elke oefening en 70% op het totaal van de te behalen punten. - Herkansingen
Enkel voor het behalen van het brevet GP is, bij eventuele mislukking van een oefening, een herkansing mogelijk doch slechts voor max. twee oefeningen.
De punten worden dan berekend op het totaal van de te verdienen punten op de betreffende oefening doch slechts maximum de helft van dit totaal kan worden toegekend. Wanneer op een oefening reeds een herkansing zonder slagen heeft plaatsgevonden, is een tweede herkansing verder uitgesloten.
Er kan slechts herkanst worden zolang er kans op slagen is.
- Algemene richtlijnen
De leibanden worden steeds gedragen aan de kant van de hond.
Na elke oefening is het de geleider toegestaan zijn hond kort en op een voor de andere honden niet storende manier te belonen met de stem, de hand of een attribuut (speeltje, beloningssnoepje). Dit gebeurt op een door de keurders aangeduide plaats en steeds met een aangelijnde hond.
Poging tot misleiding van de keurmeesters of lang gerekte bevelen (de naam van de hond gevolgd door twee niet aan-eengesloten woorden of meer dan twee woorden) wordt bestraft.
Tijdens de proeven voor het behalen van het brevet of tijdens de wedstrijden kan het gebruiken of tonen van voedsel door de geleiders anders dan hierboven bepaald leiden tot uitsluiting.
Langgerekte bevelen (interpretatie van de keurmeester) kunnen altijd bestraft worden
Wanneer een geleider betrapt wordt op oefenen, verliest hij maximum 5 punten voor die oefening. Poging tot bedrog kan leiden tot verlies van alle punten op de oefening.
Gebruik van voedsel als afleiding is verboden tijdens de ganse duur van de wedstrijd, met inbegrip van bijkomende oefeningen.
Bevelen geven mag met de stem, een gebaar of een fluitsignaal.
Wanneer de naam van de hond geroepen wordt, gelijk met -of onmiddellijk gevolgd door- een gebaar of fluitsignaal, wordt dit beschouwd als één bevel.
Indien de naam van de hond samen met een uitvoeringsbevel gebruikt wordt moet dezelfde naam gebruikt worden tijdens alle onderdelen van de oefening. Het is voor elke oefening (of onderdeel van een oefening) steeds de vrije keuze van de geleider of hij de naam van de hond al dan niet gebruikt.
Bij oefeningen "aan de leiband" is slechts één en correct gedragen halsband toegelaten (geen "vlooienband", halti, gentle leader e.d.).
Zowel de halsband als de leiband moeten minimaal 8mm dik zijn (6mm voor kleine honden - 35cm). De leiband moet voldoende lang zijn, d.w.z. dat hij bij normaal gebruik doorhangt.
Voor alle oefeningen in vrijheid moeten de leiband en de halsband (ook eventuele vlooienband) volledig verborgen blijven voor de hond. Dus wegbergen of plaatsen op aanduiding van de keurmeesters.
Tijdens de proeven wordt niet toegestaan dat een apporteervoorwerp aan een riem of anderszins, aan de kant van de hond gedragen wordt.
Alle volgoefeningen en het oproepen van de hond (bij oproepen/onderbreken en terugsturen) worden steeds afgewerkt met de hond “aan de voet” (tenzij anders vermeld bij de oefening). (- 1 punt)
De geleider werkt steeds na een teken van de keurmeester (tenzij anders vermeld bij de oefening).
De hond werkt steeds op bevel van de geleider.
Werken voor het bevel kan zowel de hond als de geleider betreffen. Werken voor het bevel wordt bestraft met aftrek van maximum 2 punten.
Als er voor het uitvoeren van een oefening een richting aangegeven wordt dan zal het draaien over meer dan 90 graden bestraft worden met 1 punt.
Opwippen (kort verlies van contact bij af of zit) wordt steeds bestraft (max 1 punt).
Tijdens de uitvoering van de oefeningen zal er geen afleiding zijn welke inspeelt op de buitdrift van de hond zoals het wegwerpen van voorwerpen of stampen tegen een bal.
- Beschrijving van de oefeningen en puntentelling
OPMERKING:
Voor "algemene houding" worden geen punten toegekend. Wel kunnen, van het algemeen totaal, punten afgetrokken worden wegens redenen die verband houden met de algemene houding van de geleider en de hond.
- VOLGEN AAN DE VOET
De keurmeesters zullen een af te leggen weg aanduiden. De geleider en de hond zullen de aangeduide weg volgen waarbij de hond zich niet te ver van de geleider mag verwijderen. Op het af te leggen parcours zal de hond correct naast de geleider volgen aan de linker- of rechterkant en daarbij het samengaan niet verstoren.
Bij het eventueel kruisen van andere honden en / of personen mag de hond geen tekenen van schuwheid of agressiviteit vertonen. Hiermede dient rekening gehouden en kunnen punten afgetrokken worden naargelang de ernst van de fout.
AAN DE LEIBAND: 15 PUNTEN (Slalom)
Een wettelijk toegestane halsband in leder of nylon wordt toegelaten.
Tijdens de oefening zal de geleider de vrije arm normaal, vrij en natuurlijk bewegen.
De leiband wordt gedragen in de linkerhand als de hond links loopt en in de rechterhand als de hond rechts loopt.
Hij wordt zodanig gedragen dat hij voldoende doorhangt, niet hindert en geen invloed uitoefent op het volgen van de hond.
De geleiders verzamelen in front met telkens 3 m. tussenafstand, er worden steeds 6 slalompunten voorzien.
Een geleider vertrekt met de hond aan een kegel ter hoogte van de eerste geleider en gaat, in normale pas, op ongeveer 1 m. voorlangs de rij wachtende geleiders. Aan het eind gekomen wordt teruggedraaid om vervolgens in slalom tussen de rij wachtende geleiders en honden te gaan naar de plaats van vertrek waar de oefening dan dient afgewerkt te worden met de hond "aan de voet" (1 bevel)
STRAFBEPALINGEN:
- Elk bevel, door geluid of gebaar, na het bevel tot vertrek: -1 punt
- De hond die het samengaan verstoort (hinderen, blaffen, springen, bijten,….) zal bestraft worden met maximum 2 punten.
- Wanneer de hond zich meer dan 0.5 m. verwijdert van de geleider: -1 punt per overtreding.
- Wanneer de hond zich meer dan 1 m. verwijdert van de geleider: -2 punten per overtreding.
- Wanneer de hond te ver “voorloopt” of “achterblijft” zal dit bestraft worden (-1 punt per 10 meter)
- De hond "hangt in de lijn" (volgt bij gespannen leiband): -2 punten per 10m.
- Elke ruk aan de leiband door de hond of de geleider: -1 punt
- De aangeduide weg wordt niet gevolgd: afspraak met aftrek van punten à rato van de overtreding.
- Het langzaam aannemen van de houding: -1 punt
- Niet correct tempo wordt bestraft.
- Leiband niet correct, niet correct gedragen en /of hinderend wordt bestraft met max. 2 punten
- De vrije arm niet vrij of niet normaal in beweging (geen natuurlijke houding) wordt bestraft met maximum 2punten.
- Werken voor het bevel: max. –2 punten
- Hond niet aan voet: -1 punt
IN VRIJHEID: 15 PUNTEN (Los kruisen)
De leiband en halsband dienen hierbij verwijderd en volledig weggeborgen, niet zichtbaar voor de hond.
Tijdens de oefening zal de geleider de aangeduide weg afleggen en daarbij de armen normaal, vrij en natuurlijk bewegen.
In een rechte lijn (heen en terug) dient de geleider met de hond een weg af te leggen van 2 x 20m. en tegen een normaal tempo (gewone pas). Onderweg zal hij in tegengang een geleider met hond kruisen hond aan hond op 2m. afstand, zon-der daarbij van de beschreven route (rechte weg) af te wijken. Het omkeren wordt uitgevoerd naar keuze van de geleider. De oefening wordt afgewerkt met de hond "aan de voet" (1 bevel)
STRAFBEPALINGEN:
- Elk bevel, door geluid of gebaar, na het bevel tot vertrek: -1 punt
- De hond die het samengaan verstoort (hinderen, blaffen, springen, bijten,…) zal bestraft worden met maximum 2 punten
- Wanneer de hond zich meer dan 0.5 m. verwijdert van de geleider: -1 punt per overtreding.
- Wanneer de hond zich meer dan 1 m. verwijdert van de geleider: -2 punten per overtreding.
- Wanneer de hond zich meer dan 2 m. verwijdert van de geleider: -3 punten per overtreding.
- Wanneer de hond zich meer dan 3 m. verwijdert van de geleider: verlies van alle punten.
- Wanneer de hond te ver “voorloopt” of “achterblijft” zal dit bestraft worden (-1 punt per 10 meter)
- De aangeduide weg wordt niet gevolgd: afspraak met aftrek van punten à rato van de overtreding.
- Wachten op de hond wordt telkens bestraft naar gelang de invloed op de uitvoering van de oefening.
- Niet correct tempo wordt bestraft.
- Het langzaam aannemen van de houding: -1 punt
- Armen niet vrij of normaal in beweging (geen natuurlijke houding) wordt bestraft met maximum 2 punten
- Werken voor het bevel van de keurmeesters: max. –2 punten
- Hond niet aan voet: -1 punt
- TERUGSTUREN: 15 PUNTEN (terug plaats)
De hond en de geleider nemen plaats op een bepaalde afstand van een vooraf aangeduide plaats. De geleider vertrekt met de hond naar die plaats. Daar aangekomen geeft de geleider aan de hond een teken (vrije keuze) om de hond duidelijk te maken dat dit zijn plaats betreft. Vervolgens geeft de geleider de hond het bevel om te «liggen» (1 bevel toegelaten). Zowel het teken voor de plaats als het bevel om te liggen worden gegeven op aanduiding van de keurmeester. De geleider gaat terug naar het vertrekpunt en roept de hond op in “zit voor” (1 bevel) en in “voet”. Vervolgens wordt de hond teruggestuurd naar de plaats. Er wordt steeds gewerkt op teken van de keurmeester. De hond krijgt 20 seconden om terug naar zijn plaats te gaan. De geleider stelt zich steeds op met het aangezicht naar de hond.
De plaats om terug te gaan is het midden van een vierkant met 3m zijde, afgebakend door 4 kegels. De geleider gaat met de hond aangelijnd, naar de plaats. De hond wordt afgelijnd en de leiband mag op de grond gelegd worden. De plaats van de hond is op of naast de leiband. Bij het terugzenden mag er gelijktijdig een bevel gegeven worden met de stem en een teken met de arm. Voor het aannemen van de “lig” houding is er één bevel toegelaten. Wanneer de hond bij het terugsturen binnen de denkbeeldige zijlijnen van het vierkant ligt is er geen aftrek van punten. Er worden 5 punten toegekend voor het oproepen ( in zit voor en voet) en 10 punten voor het terugsturen. De afstand voor het terugzenden is 10 meter.
STRAFBEPALINGEN:
- Er is aftrek van punten (-1 pt per meter) voor het terugsturen van zodra de hond meer dan 1m van de plaats verwijderd is.
- Meer dan 4 meter betekent verlies van alle punten
- De geleider dient tijdens het terugsturen op zijn plaats te blijven
- BB op afstand: -2 pt BB bij de hond: -1 punt Niet komen in zit voor: -1 punt Niet komen aan de voet: -1 punt
- De hond die bij het verlaten niet ligt wordt bestraft met 2 verliespunten
- Verandering van houding na het aannemen van de lighouding op de plaats: -2 pt (éénmalig).
- Voortijdig vertrek: -2 punten
- Te traag komen kan bestraft worden (max -2 punten tempo)
- De wandeling naar de plaats wordt beoordeeld zoals een gewone volgoefening.
- Geen houding lig op de plaats: -2 punten.
- De houding lig dient, éénmaal op de plaats aangekomen, aangenomen te worden binnen de 5 seconden, dit wil zeggen dat de hond binnen de 5 seconden moet reageren (tenminste in beweging zijn).
- De hond die zich niet rechtstreeks terug naar zijn plaats begeeft (herleggen of stoppen) zal bestraft worden met 1 verlies-punt (ongeacht het aantal keren dat hij zich herlegt of stopt).
- DOWN (BLIJVEN LIGGEN): 10 PUNTEN
De hond moet op bevel van de geleider, na een teken van de keurmeesters, binnen de 5 sec. de liggende houding aannemen op een door de keurmeesters aangeduide, zichtbare plaats (Precisering: de hond moet binnen de 5 seconden reageren, d.w.z. in beweging zijn.) en moet 2 minuten ter plaatse blijven. De geleider begeeft zich naar een door de keurmeesters aangeduide plaats, in een aangeduide houding en zal daar wachten op verdere aanwijzingen van de keurmeesters.
Nota:
«Liggen»: De achterhand van de hond op de (onder)grond en tenminste één elleboog steunen op de (onder)grond.
Na het bevel om te liggen, blijven de geleiders naast hun hond staan wachten tot zij van de keurmeesters het bevel krijgen om naar hun aangeduide plaats te vertrekken op ca 10 m. voor hun hond. De geleiders mogen zich daarbij eventueel achterwaarts verwijderen.
Tijdens de ganse duur van de oefening moeten de geleiders de hond kunnen zien en moeten ook de honden de geleider kunnen zien.
Tijdens de oefening zullen de honden niet afgeleid of verstoord worden.
STRAFBEPALINGEN:
- Elk bijbevel, met stem, gebaar en dergelijke, om de hond te doen liggen: -1 punt.
- Wanneer de hond niet binnen 5 seconden ligt ( Precisering: de hond moet binnen de 5 seconden reageren, d.w.z. in beweging zijn).wordt de oefening stopgezet met verlies van alle punten.
- Aanraken van de hond of sterke hulp bij het bevel om te liggen: stopzetting van de oefening met verlies van alle punten.
- De hond moet de liggende houding hebben aangenomen vooraleer de geleider zich verwijdert, zo niet: verlies van alle punten.
- Bijbevelen, met stem of gebaar, tijdens het verwijderen of van op de aangeduide plaats: -2 punten
- De hond blijft wel ter plaatse maar neemt een andere houding aan: -2 punten (ongeacht het aantal houdingsveranderingen).
- Ter plaatse draaien van de hond, over 180° (=verplaatsen van 1m): -1 punt
- Wanneer de hond duidelijk het contact met de grond verliest met de voorhand of met de achterhand (wipt): -1 punt
- De hond verplaatst zich: -1 punt per meter. Bij meer dan 4 m. is verlies van alle punten.
- Herplaatsing van de hond is niet toegestaan.
- Voor de hond die andere honden stoort: stopzetting van de oefening met verlies van alle punten op de oefening.
- TERUGROEPEN 15 punten (Voor zit)
De afstand tussen de aangeduide plaats voor de hond en de plaats waar de geleider zich dient op te stellen bij de uitvoering van de oefening is ca 30 m., in een rechte lijn . Op dit traject zullen geen onnatuurlijke hindernissen of obstakels voorkomen.
Van op een vooraf bepaalde plaats gaat de geleider, met de hond in vrijheid, naar een door de keurmeesters aangeduide plaats voor het begin van de oefening. Hier aangekomen wacht de geleider op een teken van de keurmeester en geeft dan het bevel voor de houding die de hond daar zal moeten aannemen (begin van de oefening). Deze houding is door de geleider vrij te kiezen doch moet duidelijk verschillend zijn van de houding waarin de hond werd gebracht bij de aankomst op de plaats en tijdens het wachten. Wanneer de hond deze ”beginhouding” heeft aangenomen begeeft de geleider zich naar een door de keurmeesters aangeduide plaats en in een vooraf bepaalde houding. Onderweg naar de aangeduide plaats mag de geleider nog omkijken naar de hond, eventueel bijbevelen geven om deze te doen blijven (5 gratis bijbevelen) en mag zich eventueel ook achterwaarts verwijderen.
Op 3 meter van de plaats waar de hond dient achtergelaten zullen de keurmeesters een duidelijke markering plaatsen. Indien de hond zich verplaatst tot voorbij dit merkteken vooraleer de geleider op de voor hem aangeduide plaats is aangekomen, zal deze de hond moeten herplaatsen. Dit herplaatsen is niet meer toegelaten bij de herkansing. Op het teken van de keurmeester roept de geleider de hond in zit voor (1 bevel), vervolgens en weer op een teken van de keurmeester roept de geleider de hond aan de voet. Bij de oefening is het tempo de voornaamste factor. Tempo kan echter variëren volgens het temperament van de verschillende rassen. Hiermee zullen de keurmeesters rekening dienen te houden. Niettegenstaande kunnen honden die niet rechtstreeks, te langzaam of ongeïnteresseerd naar de geleider toekomen bestraft worden
STRAFBEPALINGEN:
- Elk bijbevel voor het doen aannemen van de beginhouding: -1 punt
- De geleider vertrekt alvorens de hond de beginhouding heeft aangenomen: -1 punt
- Elk bijbevel om op de aangeduide plaats te blijven: -2 punten.
- De hond verandert duidelijk van houding vooraleer hij opgeroepen wordt: -2 punten.
- De hond verplaatst zich vooraleer hij opgeroepen wordt (zonder houdingverandering): -1 punt per meter
- Elk bijbevel voor terugroeping -2 punten.
Voor deze 2 punten krijgt de geleider 10 sec. (ononderbroken) om de hond te "lokken". Bij een onderbreking van deze 10 sec lokken en herbeginnen worden telkens opnieuw 2 punten afgetrokken. (In de handen klappen wordt ook als bij-bevel beschouwd evenals het veranderen van houding door de geleider).
- Van de plaats verwijderen door de geleider is niet toegestaan (verlies van alle punten).
- Langzaam of ongeïnteresseerd naar de geleider toekomen door de hond wordt bestraft (tempo): telkens max. -4 punten
- Onrechtstreeks komen kan worden bestraft (maximum -2 punten)
- Sterk afremmen door de hond wordt bestraft max. -4 punten.
- Wanneer de geleider in het zicht van de hond van houding verandert wordt dit aanzien als bijbevel: - 2 punten.
- Een "niet-natuurlijke" houding van de geleider kan worden aanzien als constant bijbevel (interpretatie van de keurmeesters): bestraffen à rato van de invloed op de uitvoering van de oefening.
- Niet aannemen van de liggende houding: -2 punten.
- Duidelijk veranderen van houding: -2 punten.
- Niet komen in «zit vóór»: -1 punt.
- Niet komen in voet: -1 punt
- HOUDINGEN: 10 PUNTEN
Deze oefening wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen van de keurmeesters. Zij bepalen het al of niet aangelijnd werken, de plaats van de hond, de plaats waar de geleider zich moet opstellen en de houding die de hond moet aannemen bij het begin van de oefening (de voorlopige houding). De voorlopige houding dient aangenomen te worden op bevel van de geleider. De hond die de voorlopige houding aanneemt alvorens de geleider deze bevolen heeft zal terug in een andere houding geplaatst worden (geen aftrek van punten). Telkens op teken van de keurmeesters zal de geleider de hond nog 3 andere houdingen doen aannemen.
Tijdens de duur van de oefening moeten de geleiders steeds de hond kunnen zien.
Per houding mogen slechts 2 bijbevelen gegeven worden. Na meer dan de voorziene bevelen per houding wordt de oefening gestopt echter met behoud van het tot dan toe behaalde aantal punten.
In vrij en open veld, met de hond aan de leiband, naast of voor zich, zal de geleider, op aanwijzingen van de keurmeesters, het bevel geven aan de hond voor het aannemen van de voorlopige houding "liggen". Vervolgens, telkens op teken van de keurmeesters, zal de geleider de hond de houdingen "zitten", "staan" en terug liggen doen aannemen. Puntenverdeling: 2 - 2 - 3 – 3
STRAFBEPALINGEN:
- Elk bijbevel voor de houdingen, door geluid of gebaar of een late reactie (ook voor de voorlopige houding): -1 punt.
- Verplaatsing van de hond: -1 punt per meter.
- Na meer dan 3 meter verplaatsen, wordt de oefening gestopt, echter met het behoud van de tot dan toe behaalde pun-ten.
- Sterke hulp bij de oefening vooraleer de keurmeesters het teken gegeven hebben van het einde van de oefening: verlies van alle punten.
- Het kort verlaten en terug aannemen van de houding (wip) zal aanleiding geven tot puntenverlies (-1 punt).
- VOORSTELLEN VAN DE HOND 5 PUNTEN
De geleider zal de hond, die aangelijnd is, aan de keurmeesters voorstellen en zal daarbij de tanden en de lippen van de hond tonen (zoals op tentoonstellingen). Eén van de keurmeesters zal de hond betasten of hem tenminste met de hand over de rug strijken terwijl de geleider daarbij de leiband in de hand houdt en het hoofd van de hond mag vasthouden.
STRAFBEPALINGEN:
- Bij het beoordelen zullen de keurmeesters rekening houden met tekenen van angst, zenuwachtigheid of agressiviteit bij de hond hetgeen kan bestraft worden, eventueel uitsluiting tot gevolg hebben.
- Tegenwerken van de hond bij het tonen van de tanden en de lippen: -2 punten
- Indien de geleider meer dan 1 minuut nodig heeft om de tanden en lippen van de hond te tonen: verlies van alle punten.
- TERUGBRENGEN VAN EEN VOORWERP: 15 PUNTEN (Apporteren)
Een voorwerp, naar keuze van de geleider, zal door deze geworpen worden op een door de keurmeester aangeduide plaats en binnen het zicht van de hond (de richting waarin de hond het voorwerp kan zien werpen).
De hond bevindt zich naast de geleider in een houding die de geleider zelf bepaalt. Op een teken van de keurmeesters zal de geleider aan de hond, het bevel geven tot vertrek. De hond zal het voorwerp gaan zoeken en terugbrengen binnen een vooraf bepaalde tijd.
De hond die met het voorwerp tot bij de geleider komt zal hier in de houding "zit" moeten komen, hetzij voor of naast de geleider. De bedoeling hierbij is om het voorwerp op een rustige manier te kunnen aannemen. Voor het komen in zit-voor (of naast de geleider) mag de geleider een bevel geven zodra de hond het voorwerp genomen heeft. Dit bevel dient gegeven onmiddellijk na het nemen (oprapen) van het voorwerp. Meerdere bevelen zullen worden bestraft.
De tijd die voor de oefening is toegestaan wordt gestopt wanneer de hond in de houding “zit“ is gekomen. De hond blijft echter in deze houding tot het einde van de oefening, t.t.z. tot het voorwerp aan de geleider is afgegeven en op teken van de keurmeester.
Zodra de keurmeester de zit (of zit-voor) beoordeeld heeft (maximum 3 seconden).zal hij een teken geven aan de geleider dat deze het voorwerp mag aannemen
Voor het afgeven van het voorwerp mag de geleider ook een bevel geven. Meerdere bevelen hiervoor worden eveneens bestraft.
Indien de hond het voorwerp laat vallen voor de voeten van de geleider mag deze het voorwerp oprapen zonder zich te verplaatsen en zonder een teken van de keurmeesters.
Wanneer het voorwerp foutief geworpen wordt en de hond niet vertrokken is, wordt het voorwerp door de keurmeesters op de aangeduide plaats geworpen en wordt de oefening verder uitgevoerd.
Het voorwerp wordt geworpen, in een vrij en open terrein zonder hindernissen en / of toestellen, op 10 m. voor de geleider. De keurmeesters zullen daarbij de plaats aanduiden waar het voorwerp ongeveer moet liggen.
De tijd voor de hond om het voorwerp te halen en bij de geleider te brengen is 30 seconden. Vanaf het ogenblik dat de hond vertrokken is krijgt de geleider ook 5 bevelen gratis om de hond aan te moedigen. Meer bijbevelen zullen echter bestraft worden.
Eventueel mag de geleider achteruitgaan om de hond naar zich te lokken doch nooit een stap zetten in de richting van de hond.
Indien gewenst mag de geleider ook van houding veranderen om de hond naar zich te lokken maar dit kan enkel toegestaan worden wanneer de hond op weg is naar het voorwerp, dus niet meer wanneer de hond naar de geleider toekomt.
STRAFBEPALINGEN:
- Als de hond duidelijk en volledig van houding verandert na het werpen en voor het geven van het bevel om het apport te halen wordt dit bestraft met 2 punten
- De hond die vertrekt nog voor het voorwerp op de aangeduide plaats ligt, wordt bestraft met 2 punten. In dit geval zal de geleider moeten herbeginnen Bij een herhaling wordt de oefening gestopt met verlies van alle punten.
- De hond die vanuit de aangenomen houding vertrekt vooraleer de keurmeesters een teken gegeven hebben, zal bestraft worden met 2 punten.
- De hond beletten om te vertrekken: -2 punten.
- Bijbevel tot vertrek: -1 punt. Meer dan 2 bijbevelen worden hier echter niet toegestaan.
- Elk bijbevel, met geluid of gebaar, na het vertrekken van de hond: -1 punt
- De hond die het voorwerp vindt en opraapt binnen de vastgestelde tijd, wordt beloond met 3 punten. Deze punten zullen echter verminderd worden met de strafpunten van vooraf gemaakte fouten.
- Het voorwerp niet binnen 3 meters van de geleider brengen, wordt beschouwd als "vinden".
- Het voorwerp binnen 3 meter van de geleider brengen: -1 punt per meter.
- Niet aannemen van de houding "zit" binnen de vooropgestelde tijd (3seconden): -1 punt.
- Spelen met het voorwerp of het voorwerp beschadigen wordt bestraft met maximum 3 punten, al naar gelang de ernst.
- Voorwerp laten vallen en terug oprapen: -1 punt per keer
- Het voorwerp laten vallen voor de voeten van de geleider: -1 punt.
- Het voorwerp moeilijk afgeven of brutaal afpakken van de hond: max.-5 punten
- Helemaal niet aannemen van het voorwerp op teken van de keurmeesters en terwijl de hond bij de geleider is: -5 punten.
- Het voorwerp onrechtstreeks halen, wordt beschouwd als tijdverlies (geen puntenaftrek).
- Het voorwerp niet rechtstreeks brengen, zal bestraft worden (interpretatie van de keurmeesters)
- Aanraken van de hond vooraleer deze het voorwerp heeft afgegeven wordt bestraft al naar gelang de ernst en de invloed op de uitvoering van de oefening (max. verlies van 5 punten).
- De geleider verplaatst zich of verandert van houding: verlies van alle punten.
- ALGEMENE HOUDING
Bij het beoordelen van de uitgevoerde oefeningen zullen de keurmeesters rekening houden met het gedrag en het temperament van de hond en zijn werklust. Tijdens de duur van de oefeningen moet de hond de hem opgelegde taken uitvoeren zonder tegenzin. Bij het toekennen van de punten zullen de keurmeesters rekening houden met de stiptheid en volmaaktheid van de uitvoering van de oefeningen. Een levenslustige hond zal misschien wel minder volmaakt werken maar zal dan weer andere eigenschappen bezitten die ook niet te versmaden zijn.
De deelnemers moeten te allen tijde beleefd blijven tegenover de jury het terreinpersoneel en de medespelers. Ongepaste taal of ongepast gedrag van de geleider of van de hond wordt bestraft en kan zelfs uitsluiting met zich brengen.
De keurmeesters zullen ook rekening houden met het uiterlijke voorkomen van de hond en de manier van werken van de geleider. Slordig werken kan dus bestraft worden evenals te laat komen.
Geleiders dewelke het terreinpersoneel lastigvallen om vroegtijdig hun resultaten te kennen kunnen worden bestraft.
Bevuilen van het terrein door de hond wordt telkens bestraft ("plasje" -3 punten, "hoopje" -5 punten). Indien dit gebeurt tijdens en op het parcours en de geleider grijpt niet in (laat het gebeuren) dan verliest hij alle punten op deze oefening en daarenboven aftrek bij algemene houding (-3 of -5).
Elke vorm van geweld door geleiders of honden wordt bestraft met uitsluiting. De keurmeesters maken dan een kort verslag op over dit voorval.
Honden die niet meer onder controle van de geleider zijn, kunnen uitgesloten worden.
Tegen pogingen tot beïnvloeding van de beoordelingen kunnen sancties genomen worden.
De aftrek van punten van algemene houding zullen steeds gemotiveerd zijn (opgave van de redenen).